Wanneer we iets willen vertellen, maken we in ons hoofd eerst zinnen. Dit mentale voorbereiden zorgt ervoor dat we speeksel aanmaken, iets dat de ander soms aan onze mondhoeken kan zien. Ons lichaam bereidt zich letterlijk voor op wat komen gaat.
Een mooi voorbeeld is onze hond Roos: zodra ik een bot pak, maakt zij speeksel aan. Omdat ze moet wachten, slikt ze dit speeksel steeds weer door. Ditzelfde mechanisme gebeurt bij ons mensen wanneer we tijdens een gesprek willen reageren. We maken alvast een zin in ons hoofd, speeksel wordt aangemaakt, maar omdat de ander nog doorpraat, slikken we het weer weg.
Hoe kun je dit opmerken?
Wanneer iemand opeens vaker slikt en de mondhoeken wat vochtiger worden, kun je hieruit afleiden dat die persoon iets wil zeggen. Maar hoe kun je dit subtiele signaal opmerken zonder afgeleid te raken van de inhoud van het gesprek?
Om dit soort details beter waar te nemen, moeten we ons trainen in micro-observatie. Eén manier is de techniek Gezichtsverdeling uit de NADORT-methode, waarbij je het gezicht in drie delen verdeelt:
Techniek Gezichtsverdeling
-
Week 1: Oefen op je eigen gezicht. Kijk in de spiegel en verdeel je gezicht in drie delen:
-
Voorhoofd en wenkbrauwen
-
Ogen, neus en wangen
-
Mond, kin en nek
-
Week 2 en 3: Oefen op iemand die je goed kent en dagelijks ziet. Probeer zonder oordeel alleen de spierbewegingen in de drie delen waar te nemen. Kijk eventueel naar het midden van de neus om je aandacht op het hele gezicht tegelijk te richten.
-
Week 4 t/m 8: Oefen dagelijks op verschillende mensen in je omgeving; op straat, in een winkel of tijdens een praatje. Verdeel hun gezicht zo snel mogelijk in drieën en let op subtiele bewegingen.
Wanneer je deze techniek twee maanden lang dagelijks toepast, zal je deze verdeling vanzelf, zonder bewuste inspanning, maken. Zo zul je meer signalen en microbewegingen opvangen.
Waarom is dit belangrijk?
Als je begrijpt wat er achter een kleine beweging schuilt, zoals het wegslikken van speeksel, kun je lichaamstaal beter lezen. Je ziet bijvoorbeeld dat je gesprekspartner wil reageren. Vanaf dat moment is het aan jou of je ruimte geeft om te spreken of juist doorpraat. Het feit dat je dit opmerkt, geeft je meer mogelijkheden om je beter op de ander af te stemmen.